Nepal

Vancouver.

 

Camperreis augustus / september 2009

laatst gewijzigd: 19-05-2019

            

 

 

 

 

 

 

 

We doorkruisen Bohemen

week 4
DEEL
drie
13 september t/m 19 september

 Budejovice

de stad van het bier,
ofwel de stad van
 Budweiser.

 

We zitten slechts een kilometer van het stadscentrum -dus dat is te belopen- maar we moeten de buzz wel meenemen, anders wordt er een extra nacht op de camping in rekening gebracht.

vrijdag 18 september

gereden: 56 km.

van Ceske Budovice  via Hluboka nad Vlatou naar Sobeslav.naar hoofdpagina Moustache tekst & beeld

Bier = Budweiser

Nee, het is niet alleen de stad en omgeving van Pilsen die bekend zijn om het bier. Budweiser ofwel Bier uit Budejovice blaast zijn partij op de biermarkt stevig mee.

Bier was hier in de 16 eeuw een van de pijlers waarop de economie dreef, naast de handel in zout. Het geld dat daarmee binnenstroomde werd onder meer gebruikt voor het laten bouwen van de fraaie panden die nog steeds aan het centrale plein te bewonderen zijn. Ook de gemeente bleef niet achter en zette een opvallend raadhuis neer.

We lopen eerst een stukje door een wandelstraat richting het -je zou haast zeggen: inmiddels bekende standaard-Tsjechische plein- waar net als op al die andere pleinen het Informatiecentrum zit.

De aanwezige juffrouw blinkt niet uit door vriendelijkheid noch klantgerichtheid. Alweer zo'n toerist die een Stadtplan vraagt. Meer info kan er ook echt niet af. We zullen het ermee moeten doen en zelf aan de hand van het kaartje onze weg vinden. 

Het centrale plein in Ceske Budovice

We schieten een straatje in, vinden daar een bakkertje -waarvan we inmiddels weten dat het een pekar of pekarka heet (afhankelijk van het geslacht ;-)) waar we broodjes voor tussen-de-middag halen en wat lekkers voor onderweg. 

Even buiten het stadsplein staat de zwarte toren.  Er vlak naast de -met een groots woord benoemde- kathedraal. We nemen er een kijkje binnen, maar vinden het geen mooi godsgebouw.

Toch gevonden: het Zouthuis

We lopen nu de Hroznove helemaal uit, naar het 'Zouthuis', waar dus in vroeger eeuwen het zout werd verhandeld. We kunnen het gebouwtje niet zo makkelijk vinden: het enige dat ervoor in aanmerking lijkt te komen -het ziet er in ieder geval oud uit- herbergt nu een motormuseum.

Dus vragen we het de -naar blijkt- eigenaar, die buiten een van zijn oude pronkstukken staat te poetsen. Inderdaad, dit is het gezochte gebouw. En driehonderd meter verderop in die straat -hij wijst naar links- de Minevska Konsko- waar nu en restaurantje zit, was vroeger het eindpunt van de eerste spoorlijn van het Europese vasteland die zorgde voor de aanvoer van het zout. Kijk, dat is nog eens wat anders dan een juffrouw bij de infobalie die hiervoor opgeleid heet te zijn.

Onze volgende stop is bij het kasteel in Tudorstijl in Hluboka nad Vlatavou. Een geweldig staaltje van niet alleen bouwkunst -in principe is het de derde verbouwing van het kasteel- maar ook van inrichting. Je kunt de auto aan de voet van de berg parkeren en dan de rest wee lopend naar boven. Voor het kasteel ligt een mooi aangelegde tuin -we zien er alweer drie bruisparen die worden gefotografeerd- en er is een prachtige oranjerie.

We besluiten een rondleiding te volgen en hebben geluk: er is net een Nederlandse groep aanwezig die over een paar minuten gaat beginnen met een bezichtiging. We mogen aansluiten.

Je mag hier geen foto's maken

De gids, een Tsjech die redelijk Nederlands spreekt, doet het erg goed. Je merkt wel dat hij bij iedere zin goed moet nadenken wat hij gaat zeggen, maar het is allemaal prima te begrijpen. Ook de mededeling vooraf dat we niets mogen aanraken en geen foto's mogen maken.  Dat eerste lijkt me logisch, het tweede niet. Alleen zonder flits is het te begrijpen, maar we zitten natuurlijk al lang niet meer in de tijd dat we alleen papieren afdrukken willen hebben: ja, inderdaad, die boekjes zijn uiteraard aan het eind wel te koop.

Hij vertelt het interessante verhaal  van de familie Schwarzenberg, die een grote rol heeft gespeeld in de Europese geschiedenis. Daar hebben wij eigenlijk niet zo'n weet van, maar zij zijn wel degenen die Napoleon bij de slag van Leipzig hebben verslagen en de Turken bij Goya ??

We gaan op de terugweg naar de buzz nog even langs de kerk en zetten een koets op de foto die hier blijkbaar toeristische ritjes verzorgt.

Het laatste stuk gaat grotendeels over de E53, naar Sobeslav. Wederom een Tsjechische camping bij een vismeertje, waar ook een aantal kleine houten vakantiehuisjes staat.

We zijn de enigen: zelfs de beheerder is er niet. Die komt pas om half zes, zo staat er op het briefje bij de receptie. We kiezen een plekje, niet te dicht bij het water vanwege de muggen, en schrijven ons dan inderdaad kort na half zes in.
's Avonds draait Loes nog twee wassen: we zitten niemand in de weg en wij hebben weer lekker frisse spullen

 

aankomst bij: camping Karvanky  

zaterdag 19 september

gereden: 160 km

van Sobeslav via Kutna Hora naar Tynec nad Labem en dan verder naar Prelouc.

 

Op weg naar Kutna Hora en dan naar Prelouc

Nu we toch als enigen op de camping zijn -hoewel er aan de 'zijkant' van het meer nog een visserman in een huisje zit- kunnen  we samen gebruikmaken van het dames-sanitairgebouw. We moeten wel, want de visser heeft blijkbaar een sleutel van de herenkant en heeft die op slot gedaan. We kunnen zelfs samen van dezelfde douche gebruikmaken, want het muntje van Loes is nog niet op als ze klaar is. Hebben we er weer een verdiend ;-))

We zorgen dat alles weer op zijn plekje ligt, staat, hangt, draaien de luifel in en gaan richting kantoortje om de sleutel af te geven.  Het eerste reisdoel is nu Kutna Hora, dat op zo'n 112 kilometer afstand ligt.

klik voor grote afbeelding
de bierkaart van Tsjechie
klik voor vergroting

 

 

Als we nog net zo heel lang op weg zijn en dus eigenlijk net de buitenwijken van Sobeslav zijn, zien we de aankondiging van een Tesso supermarkt. We besluiten er te stoppen voor de boodschappen, hoewel we bij het opdraaien van het terrein eigenlijk al zien dat het niet zo'n heel grote is. Het assortiment is inderdaad heel bescheiden en we zijn er dus snel klaar, maar hebben de helft nog niet.

Bij Tabor gaat het beter: daar zien we een Kaufland en dat klinkt weer bekend. Dus wordt de rest van de levensmiddelen daar gehaald en verdiep ik me nog maar eens in alle soorten bier die ze in de aanbieding hebben. Ik zie ook een Primator Dubbel van liefst 24 procent en dat is dus een alcoholpercentage van 10,2 %. Daarvan gaan er in ieder geval twee mee.

In de loop van deze vakantie heb ik al heel wat soorten Tsjechisch bier geprobeerd. Ik ben vooral liefhebber van blond bier, maar dat is hier niet te koop, dus zo heel veel lekkers hebben ze helaas niet voor me.  Voor wie geïnteresseerd is: hierboven een overzicht van wat er zoal wordt gebrouwen.

 

De lunchstop is een dorp op de doorgaande route: ..
Terwijl Loes de broodjes smeert, maak ik een foto van het kerkje dat hier staat. Gelukkig wederom met mooi weer en een blauwe lucht: heel wat anders dan twee dagen geleden in Cesky Krumlov.

We zitten inmiddels niet meer op een grotere weg, zoals vanmorgen, maar slingeren door kleine dorpjes en genieten van de vele wisselende uitzichten die we onderweg hebben. Het landschap is hier duidelijk anders: weliswaar nog heel heuvelachtig maar met hele uitgestrekte graanvelden, waarvan op de meeste plaatsen de oogst al binnen is. Alleen het maïs staat er nog.

 

Ons volgende reisdoel is Kutna Hora. Ooit was deze stad (nu 21.000 inwoners) een rijke, belangrijke stad, die in Bohemen in grootte alleen door Praag werd overtroffen. Het zilver dat hier eeuwenlang werd gedolven, heeft een aantal Tsjechische koningen schatrijk gemaakt. De zilverwinning bracht ook vele burgers tot grote welstand. Deze inwoners achtten het aan hun status verplicht kostbare bouwwerken neer te zetten die nog steeds het aanzien van de historische kern van de stad bepalen. Al in de 14de eeuw financierde keizer Karel IV met het zilver uit Kutna Hora zijn verbluffende plannen voor Praag. De Prager Groschen, die in de plaatselijke Munt werd geslagen, gold gedurende de middeleeuwen in heel Europa als een betrouwbaar betaalmiddel om zijn hoge zilvergehalte. In 1471 werd de Poolse koningszoon Vladislav Jagiello in Kutna Hora tot Boheems koning gekroond. In de 16de eeuw, toen de zilvermijnen uitgeput raakten en er bovendien nieuwe zilvermijnen in het pas ontdekte Amerika waren gevonden, begon de neergang van de stad.

Bij Kutna Hora hebben we zomaar een adres ingegeven op het navigatiesysteem en daardoor worden we een beetje vervallen buurt ingestuurd, waar het zeker geen prettig gevoel geeft om te parkeren. We draaien een extra rondje en komen dan op een parkeerstrook naast het politiebureau terecht. Kijk, dat is het betere werk en vooral ook met een veilig gevoel.

 

We krijgen een stadswandeling mee

Naast een stadsplattegrond krijgen we deze keer ook een folder met een stadswandeling, alleen is het kaartje daarvan zo klein dat je de weg niet goed kunt vinden en bij de bezienswaardigheden staan geen nummers. Het is dus heel moeilijk die terug te vinden.

 

We beginnen overigens met een ijsje van de Italiaan die hier zit, hoewel de aangeboden smaken voor zo'n kwaliteitszaak wat tegenvallen: alleen de kokos is duidelijk in het proeven herkenbaar, de andere smaken zijn nogal vlak en niet ''uitgesproken''.

Ze zijn in deze stad druk bezig -ook op zaterdag- met het opnieuw bestraten van de pleinen en wegen. En vanzelfsprekend alles met het handje, alleen het natrillen gebeurt machinaal. Overigens is stratenmaken hier een nogal 'schuin' beroep: de meeste straten hebben een flinke hellingshoek en dat maakt het werken lijkt ons best lastig.

Het pronkstuk van Kutna Hora is de kathedraal van Sint Barbara. Ook hier worden herstelwerkzaamheden verricht, dus moeten we er met een grote boog om -de bouwhekken- heen lopen. Bovendien is er een huwelijksinzegening in het gebouw, zodat we niet binnen kunnen kijken.

In Kutna Hora is ook nog een knekelhuis, waar ze met beenderen hele kunstzinnige dingen hebben ontworpen, maar wij hebben niet direct zin daar een kijkje te nemen.

Het laatste deel van de route voor vandaag gaat naar Tynec nad labem, waar het Svarava resort ligt. Dat is een soort buitenplaats midden in een natuurgebied, waar je de herten en de moeflons zó vanaf het terrein kunt bewonderen. Dat lijkt ons veelbelovend. In eerste instantie zien we links inderdaad een hek waarop de naam staat aangegeven, maar het hek is gesloten en Germaine geeft aan dat we deels om het terrein heen moeten rijden om bij de kennelijke ingang te komen. Dat doen we dus -het is ruim een kilometer- maar ook daar komen we voor een gesloten hek. We rijden er nog verder omheen, maar zien nergens een mogelijke ingang.

 

Overleg: de camping is nu jachtterrein

We kunnen terugrijden naar Kutna Hora -daar hebben we een campingbordje gezien- of kijken in het volgende dorp: Kolik. We komen dan opnieuw vlakbij het eerste hek: we stoppen, ik doe het open (en sluit het weer vanwege mogelijke herten) en loop de lange oprijlaan af naar het grote gebouw. Een hond heet me blaffend welkom (hoop ik). Zijn bazin vraagt de reden van mijn bezoek, maar hier blijkt geen kampeermogelijkheid meer te zijn. Er zijn nu andere eigenaren, het terrein is geheel privė en dient voor de jacht. Wellicht kan ik in het dorp Semlin -tien kilometer verder- overnachten: daar is een autokemp..

 

Het Svarava resort functioneerde ook als hotel (met negen kamers) maar zowel binnen als buiten kun je er niet meer slapen. Uiteraard hebben we Acsi daarvan na thuiskomst op de hoogte gesteld..

Dat blijkt te kloppen: als we langsrijden zien we precies op tijd dat we ons daar niet zullen thuisvoelen. Het staat er vol campers -gezellig op rijen naast elkaar- met in de gauwigheid gezien allemaal grote families. Dit doet ons erg denken aan een zigeunerkamp. Dit is dus met recht een Autokemp.
Sorry voor de mensen die daar misschien wel naar hun zin staan.

Dan maar naar Kutna Hora. Juist als we na twee kilometer de weg naar deze stad opdraaien, ziet Loes in Prelouc een bordje naar links wijzen: camping. Stoppen, keren en even verderop parkeren: we zijn er al. De beheerder is hier alleen van 9 tot 1 's morgens aanwezig, maar een van de vaste gasten zegt dat het geen probleem is: ''Morgen zahlen''. Hij heeft ook een sleutel van het stroomkastje, dus we kunnen zo gaan staan. Alweer bij een meer.

Het is nog zulk heerlijk weer -ook niet zo vochtig als gisteren- dat we tot tien uur 's avonds buiten zitten.

 

aankomst bij: camping Bunkov

 

 

In en rond Praag