dag
23
vrijdag 02-01
terug naar Antigua |
We
beginnen
met lekker uitslapen en zullen ook de rest van de dag in een
Midden-Amerikaans tempo doorbrengen. Tegen tienen natuurlijk weer
ontbijten bij la Condessa. De oude menukaart (een groot, tweezijdig
bedrukt vel A3, dubbelgevouwen) is vervangen door een aardig 'handcraft-boekje'
op A5-formaat. Op de eerste bladzijde wordt uitleg gegeven over de
geschiedenis van het gebouw.
|
|
Dit gebouw -uit 1549-
maakte in latere tijd deel uit van de Koninklijke Gebouwen in de hoofdstad
van het land: Santiago de Guatemala. De eerste graaf die het huis bewoonde
(1609) was die van Gomera. Hij functioneerde als voorzitter van het Gerecht,
was 'Captain Géneral' en gouverneur van 1609-1623.
Achtereenvolgende graven erfden de titel en gebruikten het huis vele jaren,
tot de hoofdstad werd verplaatst (1775) naar Guatemala City |
Zoals zovele oude
gebouwen kent ook dit huis zijn 'folklore'. Een van de graven zou
onverwachts zijn teruggekeerd naar huis, waar hij zijn vrouw met de butler
samen vond. Er wordt verteld dat hij de ontrouwe dienaar levend liet
begraven. Bij herstelwerkzaamheden na de aardbeving van 1976 werd inderdaad
een skelet ontdekt in de muur van de pantry, blijkbaar staande begraven!
Om te zorgen dat het huis vrij was van boze geesten, heeft er in 1992 een
''duivelsuitdrijving' plaatsgevonden. Sinds Café Condesa hier is gevestigd,
zijn er nooit meer vreemde geluiden gehoord.
Het leuke aan Condesa is
de binnentuin. Daarin staan stenen tafels met stenen banken, gezellige
parasols en gegroepeerd rond een fontein. Heel vaak zie je daarin -vooral
flinke, zwarte- vogels komen drinken of badderen. In een soort
'kloostergang' aan twee zijden van de tuin staan gewone tafeltjes, waar je
juist heerlijk alle bedrijvigheid kunt bekijken. |
We gaan terug naar het hotel, waar Rob ons opwacht om mee te nemen naar
K'.. een winkel waar allerlei producten van de Rio Dulce-indianen worden
verkocht. De meeste aandacht van de groep gaat uit naar het hand
(mond) geblazen glas met gekleurde voet en een gekleurde rand. Omdat er
niet één precies gelijk is aan de ander, wordt het een heel gepuzzel om
een set van zes in ongeveer gelijke maten bij elkaar te vinden. Ze zijn er
in blauw en groen, maar wij kiezen voor deze laatste kleur. Uiteindelijk
worden er vier serviezen ingepakt, met een bijbehorende karaf, voor de
'geweldige' somma van 250 Quetzales.
We gaan nu naar de travel-agent om de bussen te reserveren die ons in de
'vrije week' van de ene plek naar de andere te brengen. Bij "Hector"
krijgen we dankzij Rob $ 20 korting op de ritten van Antitrans. Bovendien
moeten we eerder dan gepland -op zondag in plaats van maandag- van Chichi
naar Panajachel: ook dat scheelt Q 60 in de overnachting (maar met het
risico in Pana dat de kamer nog niet vrij is).
We
wandelen nog wat rond in Antigua -ik laat me verleiden en neem een coupe
van drie ijsbollen- en daarna wachten we in het hotel op de rest van de
groep. Vanavond vieren we met z'n allen het afscheid van morgen. Daarvoor
gaan we naar 'Travel menu', een tent waar een Nederlandse de scepter
zwaait, samen met de echtgenoot van de Guamalteekse van het
'indianenwinkeltje'.
Het wordt genieten van een heerlijk menu: voor Loes een Curry Vegetariana
en voor mij een Chow Mein Vegetariana. We hebben er echter wel beef bij
gevraagd.
In de toespraak na het diner mag ik namens de mede-reisgenoten Rob
bedanken in zijn functie van reisleider, toevluchtsoord, luisterend oor,
maar vooral ook: informatie-waterval. De rest
van de groep gaat nog stappen, wij 'ouwetjes' duiken onder de wol.
|
dag
24
zaterdag 03-01
afscheid van de groep |
Het
zit er op. De 25 dagen zijn om en we gaan -het is een heel hechte groep-
nog één keer gezamenlijk ontbijten bij de onvolprezen La Condesa. Het 'French
Breakfast' laten we ons goed smeken. Dan is het tijd om naar het hotel
terug te gaan, waar iedereen zijn koffers al gepakt heeft klaar staan. De
bagage die wij zelf de komende dagen niet nodig hebben, zetten we in het
depot van het hotel. Even later zoenen en zwaaien we de hele groep uit;
Annemiek gaat mee naar Guatemala-City en krijgt daar van Rob een
rondleiding. Rick gaat zich vandaag nog een keer in Antigua vermaken: die
twee vliegen zondag pas.
Wij gaan nog even pinnen (het maximum blijkt hier Q 400) en we schaffen
een kalender van Guatemala aan. Daarnaast tikken we een mooie kaart op de
kop met allerlei bezienswaardigheden. Bij de Epicure kopen we stokbrood
met kaas en dan gaan we zitten wachten tot het half één is.
|
Stipt op tijd
komt de chauffeur van de minibus om ons naar Chichicastenango terug te
brengen. We doen eerst nog even een 'rondje Antigua': er gaan twee Engelsen
mee en het gezin van Bob, uit de Dominicaanse republiek. Halverwege de rit
stoppen we bij .. (dia). We nemen hier niet veel -we hebben genoeg zelf bij
ons- dus lopen we naar de kant van de weg. Daar verwonderen we ons nog maar
eens over de snelheid waarmee kippenbussen langsscheuren.
Als we bij Chichi
zijn aangekomen, hoeven we nog maar een klein stukje met onze rugzakken te
zeulen naar Hospedaje El Salvador. De busstop zit namelijk aan het eind van
de straat. We worden meteen omringd door jochies die ons de weg wel willen
wijzen naar een goed hotel, of dan tenminste voor een paar quetzales onze
rugzakken willen sjouwen. het kost moeite om duidelijk te maken dat we dáár,
op de hoek van de straat, moeten zijn. |
De chauffeurs van de
chickenbussen scheuren als gekken over de provinciale weg. Hier bij het
restaurant zit een bocht, maar dat maakt ze niets uit. Luid toeterend
scheuren ze door.
's Middags gaan we nog maar weer
eens een rondje over de markt en vinden -toch na aardig wat zoeken- een
geschikt restaurantje om het avondmaal te nuttigen. |
dag
25
zondag 04-01
de markt van
Chichicastenago |
Tsja,
we wilden een hotel dichtbij het centrum van Chichi... Nou dat hebben we
geweten. Vanmorgen om kwart voor vijf stond er tegenover onze Posada
Salvador al een vrachtwagen die spullen kwam uitladen voor de markt. Niet
zo erg, maar wel als hij de motor een kwartier laat draaien.. ;-))
Even over zessen kwamen de broederschappen in actie. Dat zijn groepjes
mannen, waarvan de voorste een grote trom op zijn rug draagt die door
nummer twee wordt geslagen. Valt te doen (heb ik zelf zo vaak gedaan, maar
niet om die tijd) maar daarbij schieten ze vuurwerk af in een ijzeren
pijp. Alsof ze een stapel metalen deuren van tien hoog naar beneden
gooien...
|
|
Dus ben ik om half zeven maar uit bed gegaan (Loes wilde nog even
nadommelen) en ben achter de balustrade gaan staan om foto's vanaf twee
hoog te maken. Toen kwam er een kleurrijk gezelschap de straat in: mannen
met rijk versierde pakken, een masker op en een hoofdtooi met veren.
Daarachter een marimbaband: twee mannen dragen het instrument terwijl er
vier op spelen en dan nog een aantal trompettisten en ander blaasvolk.
Dus: Loes geroepen, dit moet je zien, Meegelopen naar hun 'clubhuis' een
straat verder waar een hele muur van speakers stond opgesteld. |
Daarmee kunnen ze een heel stadion overbruggen. Leuke dans gezien (met nog
een ander toeristenstel): een ceremonie die ze alleen op bepaalde zondagen
opvoeren, zoals deze eerste zondag van het jaar. Daarna gaan ontbijten (voor
wel 62 Quetzales = ongeveer 7 euro -met z'n tweeën), maar we
konden het niet geheel op....
|
|
Over de markt gestruind, een t-shirt gescoord, stoffen placemats en een
tas. Om twee uur zitten we klaar bij Santo Thomas om te worden opgehaald
door de shuttle. Een kwartiertje later komt er iemand vragen of Luz y
Léon er ook zijn. Ja dus. We gaan naar de achterkant van het hotel en
daar staat inderdaad het busje te wachten. Komt mooi uit: voor ons is
voorin nog een plekje, naast de chauffeur: daar zit je niet zo krap met je
benen. Met de rest wel, maar ja, dás de korting zullen we maar denken.
Met goed anderhalf uur rijden en een korte stop bij Sólola -waar niemand
behoefte heeft wat te kopen- zijn we in Panajachel. De chauffeur is
inmiddels hotel Atitlan voorbij gereden, hoewel hij er wel vier
passagiers voor heeft. na een paar andere te hebben afgezet, kunnen wij er
bij Contemporáneo uit. Gelukkig was daar nog precies een
kamer vrij: nummer drie en dan morgen verhuizen naar nummer
vijf. Nog geen vijf minuten later krijgen een vader en zoon te horten dat
het hotel vol zit: we waren dus nèt op tijd. |
's Middag
wandelen we langs het strand, in
de wetenschap dat het grootste deel van de groep inmiddels thuis is en de
laatste twee op weg zijn... heerlijk. We drinken wat bij de inmiddels
bekende Sunsetbar, waar we hem inderdaad rood-oranje zien ondergaan.
echter niet zo mooi als een week geleden. We eten in de hoofdstraat,
want bij het meer is het nogal uitgestorven. Duur is het niet: alles
inclusief voor wel 105 quetzales, maar het is erg lekker. Het gaat goed hier... |
dag
26
maandag
05-01
slenteren door
Panajachel
|
Dat hadden we
nog niet gehad: huilende honden in de nacht. Hier, in Panajachel hebben ze
ze wel en die lieten zich dus duidelijk horen. daarom slapen we uit en
nemen ons ontbijt pas tegen tienen in de Posedaje. Eenvoudig en met
lekkere koffie.
Op ons genmak wandelen we vervolgens door de grote 'kraampjesstraat' en
bekijken er alles waar we vorige week geen tijd voor hadden. Diverse
handelaren ontbreken echter: het seizoen is duidelijk over. De zonneschijn
gelukkig niet, hoewel er gisteren vooral aan het eind van de middag niets
meer van de vulkanen te zien was. Alles in een dikke grijze mist. Op
straat is het in verhouding ook vrij stil. je wordt ook niet meer zo
nadrukkelijk gevolgd om iets te kopen. Bij .. gebruiken we de lunch, maar
die valt wat tegen.
We hebben `s avonds direct om de hoek van ons hotel echt voortreffelijk
gegeten bij restaurant El Pescadorte. Gelukkig hebben ze er ook nog iets
anders dan vis. Het is een getrouwd stel dat de tent runt (Antonio en
Irma, met twee schattige kinderen j/m) en goed eten maakt. Er zaten ook
drie mannen, John uit Liverpool, Frank uit Canada en Chris uit Ierland.
Leuk stel: ze nodigden ons uit bij hen aan tafel en we hebben samen
gezellig zitten kletsen. Twee van hen waren ook in Nepal geweest: ik had
mijn `Trek in Nepal`-shirt aan, dus er was al snel gespreksstof te over.
|
|