Dinsdag 17 juni
gereden 213 km
We leggen vandaag het traject af :
van Hilaire-sous-Romily naar Attigny.
Voor ons doen zijn we helemaal vlot: al om half tien
kunnen we de Heppiebuzz starten voor vertrek.
|
Eerste doel van de route
vandaag is lekker doortrekken. Daarvoor gaan we via de D441 oostwaarts
richting Arcy sur Aube en dan willen we daar de A26 nemen. Dat gaat een
klein stukje goed, maar het gaat helaas mis na zo'n tien kilomter, bij Maillage-le-camp.
Er zijn daar werkzaamheden aan de gang. De weg wordt verbreed van twee naar vier banen, dus er zijn
tijdelijk wat afritten vervallen en de enige die er nog wel is -en die
we dus moesten hebben- heeft een slechte bordaanduiding. Dat betekent
dus echt kilomeeeters omrijden via de N4 oostwaarts, terwijl we nu juist
noordwaarts richting Reims hadden gemoeten. Ingeschat is dit zeker dertig
kilometer extra.
Bij Vitry kunnen we dan
weer noordelijk afbuigen, naar Chalons-en-Champagne en dan 11 kilometer
verder eindelijk de A 26 oppakken, die direct daarna overgaat in de A4
naar Reims.
|
De triomfboog is rond het jaar 200 gebouwd
en versierd met bas-reliëfs. Het is de grootste triomfboog in de
Romeinse wereld. De gewelfde galerijen van de Crypto-portique (place du
forum) waren mogelijk een onderdeel van een oude tempel. |
We brengen uiteraard
een bezoek aan de stad Reims, want dit is één brok historie. De
kathedraal is uiteraard beroemd, maar er zijn nog veel meer mooie dingen
te zien. Overigens, er was al eerder een kathedraal, maar die werd in
1210 bij een grote brand verwoest. De huidige kathedraal, nog groter en
mooier, werd vanaf 1211 gebouwd. Tot 1825 zijn vrijwel alle Franse
koningen in deze kathedraal gekroond. De beroemdste kroning was
ongetwijfeld die van Karel VII. Hij werd door Jeanne d'Arc na herovering
van de stad op de Engels-Bourgondische alliantie, naar de kathedraal
gebracht in een ware triomftocht.
In de eerste
Wereldoorlog is de stad grotendeels door de Duitsers platgegooid. Vanaf
1920 werd de herbouw ter hand genomen, maar toen waren de vele
vakwerkhuizen die de stad nog telde, al aan het geweld ten prooi
gevallen.
|
|
|
Het laatste deel van de
route van vandaag voert nog iets verder noordoostwaarts, namelijk naar
Attigny. Dat is eerst zo'n veertig kilometer naar Rethel en dan nog
ongeveer achttien kilometer naar het dorp Attigny.
Daar hebben we camping
municipal Le Vallage gevonden, die een keurig onderkomen biedt voor
slechts € 8,60 per nacht. Het bevalt ons hier goed, dus morgen gaan we
een dagje fietsen in de omgeving. |
Woensdag 18 juni
gefietst 39,6 km
Het is weer een campingdag, waarbij we per fiets de
omgeving verkennen:
een rondje Attigny - Vouziers- Attigny
We starten even op de markt van het dorp, waar het een
gezellige drukte is en we brood voor tussen de middag kopen.
|
Via de D25 volgen
we het slingerende riviertje de Aisne naar Rilly sur
Aisne, waar we de rivier -en het kanaal- oversteken, met al meteen een
mooi uitzichtspunt. Dan rechtsaf de Aisne blijven volgen naar Semuy, vervolgens flink
klimmen naar Voncq waar we een panoramisch uitzicht op het dal hebben,
dan via het iets zuidelijker gelegen Vandy naar Vouziers.
Daar stoppen we bij het
grote plein voor het gemeentehuis - kijken verlekkerd naar een te koop
staande Chausson ... 71 en gebruiken de lunch. De eigenaar van de
Chausson komt er ook net aan en geeft nog wat toelichting, maar vraagt
toch niet of we ook binnen willen kijken. Jammer dan, wij rijden verder. |
|
De route gaat verder via Mars-sous-Bourq en dan
via Grivy-Loizy (D21) naar Chuffily-Roche en tenslotte even
voorbij de abdijkerk Ste Vaubourg weer op de D987 naar Attigny. Een heel
leuk rondje, met prachtige plekjes
om foto's te maken. Zoals bij de sluis van Semuy (onder) of bij . |
|
Het is vandaag schitterend mooi weer. We hebben in het
hemd gefietst en ook als we terugzijn op de camping kunnen we de zon
zijn werk laten verrichten: beetje bruiner worden. Het is net half drie
en we genieten volop van een beetje lezen, boodschapje doen bij de
'buurtsuper' Shopi' - en dan weer Cadaccen -we maken er maar een
werkwoord van ;-)) om de wortels, de aardappels en de worstjes op tafel
te krijgen. |
|
|
Ook aan het begin van
de avond is het nog prima buiten zitten. We knopen een praatje aan met
de bewoners van een -vandaag gearriveerde- Pössl. Maatje groter dan wij:
gebouwd op een Renault Master. Ziet er goed uit. |
|
|
|
Donderdag 19 juni gereden 232 km
Vandaag gaan we verder noordwaarts:
van Attigny naar het Belgische Vielsalm.
Voor we weggaan, zetten we de buzz eerst even op de
plek naast ons: daar zit namelijk een kraan om de watertank bij te
vullen. We wisten al dat we aardig leeg raakten, maar bovendien bleef
vannacht de pomp doordraaien, omdat het expansievat helemaal vol zat.
Gelukkig zit er een schakelaar om de pomp helemaal uit te zetten, anders
waren alle buren vast gaan klagen.
Nadat we het expansievat hadden geleegd, functioneerde alles weer prima
en konden we -na het afscheid van de overburen- op pad..
|
Vanaf de camping rij je
twee straten door, meteen linksaf en dan zit je al op de goeie route
naar Charleville-Meziers. Het is een N-weg, dus we schieten lekker op.
Bovendien zijn we al om half tien vertrokken -ja, ja, we worden nog eens
vlot- en om even over half elf rijden we de stad binnen. Beter gezegd:
Charleville, want het is een dubbelstad. Op weg naar een parkeerplek
zien we al het Theatre International de Marionettes, waar elk uur een
voorstelling wordt gegeven in een klok die openschuift.
Op het grote Place
Ducalle -daarvan hadden we in een folder al een foto zien staan- kun je
een camperbus makkelijk kwijt. Het is alleen even zoeken naar de betaal-automaat. Een hulpvaardige Française -jazeker, ook die zijn er-
wijst ons de plek: verstopt achter een van de pilaren van de arcades.
We krijgen bij het
toeristenbureau -ook aan dit plein gevestigd- een kaart en uigebreide
uitleg van wat we allemaal moeten gaan zien -jammer dat u maar anderhalf
uur hebt- in de stad. Ze verkopen er ook streekbier, dus van de drie
soorten schaffen we elk twee flesjes aan: zijn wij gelukkig met de keuze
en buurman Rudi straks hopelijk met zijn etiketten.
We lopen de
voetgangerszone in en Léon
probeert de net verschenen juli-uitgave van ''Esprit Camping Car'' aan
te schaffen. Die blijkt er nog niet te zijn -volgens de vorige uitgave
zou hij op 15 juni in de winkels liggen- maar met Camping-Car-magazine
gaat het ook lukken. Heerlijk dat Frankrijk zo'n camper-lievend land is.
We houden meteen
een oogje op de klok, want we moeten natuurlijk wel om elf uur bij het
marionettenspel zijn. |
|
Er zitten nog wat toeristen braaf op de bankjes te wachten -maar veeeel
minder dan destijds in Praag bij de klok- en ook het spektakel zelf is
veel minder. Maar vooruit: we hebben het gezien en -moeizaam vanwege het
licht- op foto en video vastgelegd. |
|
We wandelen nu verder de stad door en zien wel dat ook
deze Noordfranse dubbelstad het een en ander te bieden heeft. Juist als
we een foto willen maken van de oprichter van de stad, zien we een dame
languit voorover vallen op de stoep aan de overkant. Ze blijft liggen.
We haasten ons er naar toe en het is duidelijk dat ze een epileptische
aanval heeft. Gelukkig komt er een Franse jongeman met telefoon, die de sapeurs-pompiers belt. |
Wij willen haar maar even onaangeroerd laten
liggen -ze ligt tenslotte 'veilig' voorover- maar een van de
omstanders legt haar eerst op de rug en dan toch maar in de stabiele
zijligging. Gelukkig komt er net een dokter langs en even later zijn
ook de pompiers aanwezig. Wij geven de info door van wat we hebben
gezien en vervolgen dan onze route. |
|
We lopen nu een stuk in
de richting van Mezières, maar dat blijkt toch al snel verder te
liggen dan handig is. Loes stelt voor de camper mee te nemen, wat we
natuurlijk ook doen ;-))
Het blijkt inderdaad
nog een heel eind, naar de andere kant van de Maas. Daar staat de
kathedraal Notre Dame- inderdaad, die hebben ze niet alleen in
Parijs-maar Loes vindt hem (haar?) tegenvallen. De glas-in-lood ramen
moeten heel beroemd zijn: we gaan nog eens goed nalezen van wie ze zijn. |
|
|
We gaan weer kilometers maken en wel op weg naar
België. Helaas zijn we zo slim om niet nog even in Frankrijk te tanken:
het blijkt achteraf zeer zes cent op een liter te schelen. We hebben
gekozen voor een route om Bouillon heen -daar zijn we anderhalf jaar
geleden een week op vakantie geweest- en ook Sedan laten we voor wat het
is.
We zien een leuke uitzichtsplek om te lunchen en dat blijkt een bekend stekkie: vanuit
hier hebben we een wandeling bergafwaarts gemaakt naar het dorpje Frahan,
dat in een bocht van de Semois ligt en bekend staat om zijn tabaksteelt. |
We vervolgen de route
richting La Roche-en-Famennes en tanken daar eerst, zoals gezegd: flink
aan de prijs: voor € 1.549 per liter. Ons volgende doel is La Roch-en-Ardennes, maar dat lijkt heel slecht aangegeven. Dankzij de
kaart en en oplettende 'Tom-Tom-vrouw' gaan we eerst richting centrum,
en dan zien we ineens de juiste route aangegeven. De rest verloopt
voorspoedig en aan het eind van de middag bereiken we Vielsalm, een
dorp waar we beiden al eens zijn geweest. Maar nog niet om te overnachten
en dat gaan we dus nu op de gemeentecamping doen. Die blijkt echt
Belgisch: flink ouderwets, met heel veel vaste standplaatsen -met
caravans die er soms echt niet uitzien- maar gelukkig is er voor ons ook
nog een gras-plekje. |
|
|
De beheerde woont zelf
op standplaats zes, en daar moeten we ons dan ook vervoegen. Komt heel
sympathiek over en brengt ons netjes een verloopstuk: ze hebben hier
niet de standaard Europese aansluiting. We hoeven er zelfs geen borg
voor te betalen - normaal rekent hij dertig euro- als we maar beloven
hem morgen terug te brengen... Uiteraard: loskoppelen en meteen
afleveren.
's Avonds gaan we nog
even het dorp in, maar ook hier valt op zo'n avond weinig te beleven.
Ziet er verder wel aardig uit, maar nog zonder heksen: volgens de
aanplakbiljetten komen die pas op 20 juli bijeen (daar staat dit dorp om
bekend): ze trekken dan door de straten met 'flitsspuiten', om de
menigte van een poederlaagje te voorzien.
|
|
|
|