terug naar de basispagina van de Heppiebuzz                                                naar andere reisverslagen- nog niet met de camper

     Meer weten? Stuur een e-mail !
 vanuit Houten naar Frankrijk  verslag eesrte deel week 2  verslag eerste deel week 3  verslag eerste deel week 4
   vervolg week 5  verslag eerste deel week 6  de laatste vakantiedagen

We zijn wat meer naar het noorden getrokken en zowaar: het weer is afwisselend, maar overwegend zonnig.

In het dal van de rivieren
Lot en Dordogne

week 4:
6 t/m 12 juni 2008
Salle - Cahors - Le Vigan - Rocamadour -

 

Vrijdag 6 juni     gereden 137 km

Na ons vertrek rijden we vandaag:
van
Salle naar Le Vigan.

De vijfde week begint hoopvol:met zon. Nog net even te fris om buiten te ontbijten, maar het ziet er goed uit. Ook de campingbeheerder meldt dat er enige weersverbetering in de voorspellingen staat. Ook volgens haar wordt dat hoog tijd, want ze meldt dat sinds de Franse Meteo zijn metingen doet, er nog niet zo'n slechte meimaand is geweest.


Het is half elf, als we na het gezellige praatje met de campingbeheerder de buzz weer starten. We gaan even een klein stukje terug, richting Fumel. We nemen nu de route door het centrum -gisteren reden we buitenom- maar zien dan al snel dat het geen plek is om echt voor te stoppen. We volgen een klein stukje de D-811 richting Cahors, tot aan Touzac. Daar gaan we de D8 volgen, aan de zuidkant van de rivier de Lot. De weg versmalt, zo zeggen de borden en dat blijkt alleszins het geval: je kunt maar van één kant tegelijk via de brug de rivier over. Fietsers wordt verzocht af te stappen en te voet over de brug te gaan, om niet met de wielen tussen de stalen rijplaten te komen. Een heel mooie, lekker ouderwetse boogbrug die natuurlijk meteen op de foto gaat. Wat we vandaag ook nog tegenkomen: dit hebben we alvast te pakken.

De buzz staat even verderop, zodat we het andere verkeer niet in de weg staan, en daar lopen we weer naar toe. Ook de route die we nu volgen heeft weer veel te bieden: we volgen de diverse bochten van de Lot via de D8, tot aan Put l'Evèque, waar het ineens een stukje D44 wordt. Gelukkig hadden we dat al op de kaart gezien, dus dit gaat goed. Bij Rivière-Bas halen we een groep Belgische buiken in, die op hun fiets proberen wat calorieën kwijt te raken. Of dat lukt weten we niet, want hun tempo is net zo gezapig als hun leeftijd ;-))

Gisteren in Villeneuve gaf de meteo aan dat er vanmiddag stevige buien kunnen vallen; dat wachten we dan maar even af.

Bij Riviere-Haut is er een van de vele wijn''kelders'' open en we besluiten hier, bij Chateau Eugenie, wat cahorswijn te proeven en mee te nemen. Je krijgt er keurige uitleg: de flessen staan al op de toonbank klaar voor het proeven en samen met een Engels stel zetten we ons aan de 'degustation'.

 Wij kiezen uiteindelijk voor drie flessen van hun makkelijk drinkbare soort -de Cahors Tradition 2005- en drie van een wijn die wat meer karakter heeft: een Cahors Cuvée Réservée de l'Aïeul. Zo te zien een wijn waarvan meer mensen de kwaliteit roemen: bekroond met een gouden medaille op het Concours van Onafhankelijke Wijnboeren in 2007.

 

 

 

Ze gaan keurig netjes in een doos, slim gesloten met een draaghandvat. De wijn gaat de buzz in -wij ook trouwens- en dan vervolgen we de slingerweg naar de centrumplaats van deze streek: Cahors.


Ook hier staat het toeristenbureau wel aangegeven, maar zijn we het ineens kwijt, ook al omdat we op de rest van het verkeer moeten letten. Achteraf blijkt ook dat parkeren voor de deur absoluut niet tot de mogelijkheden hoort.

We keren om, gaan uiteindelijk richting station en vinden daar een mooi plekje. Als we bij de automaat een kaartje willen trekken, komt de verrassing: hij is stuk. Er hangt keurig een briefje op: tijdelijk buiten gebruik. We sluiten de buzz af en krijgen dan belangstelling van een Française, die dit modelletje wel wat vindt. Ze wil zelf ook zo'n camping-car aanschaffen -noemen ze dat in Holland ook zo?- maar houdt niet van die grote. Deze kun je mooi, net als een personenauto- overal parkeren. We zijn dat helemaal met haar eens en natuurlijk is ze meteen verrukt als ze hoort dat het een Renault Trafic is.

Helaas worden we op dat moment afgeleid door een parkeerwachter, die bezig is de kaartjesautomaat te repareren, anders hadden we haar graag ook het interieur laten zien. Ik maak nog even snel een foto van de ''buiten-gebruik-kaart'', zodat we niet onverhoopt een probleem krijgen. Daarna gaan we de stad in. We krijgen bij de VVV een centrumkaart met in het Nederlands een uitleg van de mooie dingen die we kunnen zien. We kiezen voor het deel in de oude binnenstad. Ook hier weer heel oude panden, waar overigens weinig aan onderhoud wordt gedaan. Een van de eerste voorbeelden daarvan is de kerk van Ste Urcisse (uit de 14e eeuw, dat wel) die er aan de buitenkant niet uitziet. Of dat binnen ook zo is, kunnen we niet eens beoordelen: het gebouw lijkt hermetisch gesloten.
We lopen verder naar de kade van de Lot en ook daar zien we enkele heeeele oude panden.

 

 

Het begint weer wat te spatteren: de paraplu gaat op en we vinden dat we eigenlijk wel genoeg hebben gezien. Bovendien: we moeten ook nog op weg naar de camping. Vanaf Cahors naar Le Vigan is nog zo'n 40 kilometer via de kleinere wegen.

Maar eerst dus nog even kijken of we een parkeerbon hebben: nee, dat valt mee, we hebben inderdaad gratis gestaan. Het station ligt voor ons precies aan de goede kant van de stad: waar we al richting Catus gaan, via de D6. Opnieuwe een geelgroene en dus toeristische weg, We komen door Lavercartiere, door Dégagnac en rijden vervolgens richting Gourdon. We hoeven nu nog maar zo'n vijf kilometer, maar dan moeten we natuurlijk wel uit de veelheid van wegen en weggetjes de juiste kiezen.

Na veel zoeken komen we dan toch bij de juiste afslag: de D63 naar Le Vigan. Dat is inderdaad 4,5 kilometer van een al vrij kleine D-weg, maar het wordt nog 'minder'. Tom-tom vergat even te melden dat de camping niet Le Vigan heet, maar Le Rève -dus misten we de afslag- maar dan gaan we een nog kleiner weggetje op -2,5 km- waar je maar moet hopen geen tegenliggers te krijgen. Uiteindelijk bereiken we 'De droom' en legt Huub van Iersel -jazeker, in het Nederlands- uit waar we een redelijk droge plek hebben om te staan. Een echte voorziening voor de lozing van afvalwater heeft hij niet, maar wellicht kunnen we met de slang wat bereiken bij het chemisch toilet. Daar zit een putje: inderdaad, maar dat gaan we met de korte slang niet redden. Dus dient het afwasteiltje als tussenstation: zo gaat het ook. Overigens valt ons op dat we nu voor het eerst niet meer zoveel ''papiertroep'' in de afvoer hebben: kennelijk is de tank nu aardig schoon en wordt alleen nog maar het water afgevoerd dat we zelf hebben gebruikt.

We rijden een klein stukje terug richting kantoortje, waar we achteruit op plek nummer 66 insteken. Een mooi grasstuk, met redelijk harde ondergrond. De camping is redelijk bezet, maar er is genoeg ruimte en het is zeker nog niet overmatig druk.

Het tafelkastje -ideaal hulpstuk- gaat weer naar buiten, wijn, bier en zoutjes erop en we genieten weer.  

 

We kijken meteen even na hoe het met het expansievat staat: dat blijkt inderdaad weer aardig vol. Het wordt geleegd, de pomp kan weer aan en dan blijft hij toch nog wel even doordraaien. Juist als ik me begin af te vragen of dat goed gaat, realiseer ik me dat het na de eerste keer legen ook even duurde voordat hij vanzelf stopt. Inderdaad: het gaat over.

Aan de overkant van onze plek staat een mooi oud autootje, duidelijk van een liefhebber. Hij heeft de camper er ook helemaal op aangepast: het autootje kan zó aan de achterkant naar binnen worden gereden. Bij een nadere inspectie blijk te een Austin te zijn en natuurlijk wordt dit fraaie exemplaar op de foto vastgelegd.

Zaterdag 7 juni     gereden 97 km

Het af te leggen traject voert vandaag van:
van Le Vigan naar Vayrac.

Nu we zo dicht bij Rocamadour zitten, de plaats die wordt aangeduid als de tweede toeristische trekpleister van Frankrijk na de Mont Saint Michel, vinden we dat wij daar ook maar even moeten gaan rondkijken.

De route die we hebben gevolgd, leidt eerst naar de zogenoemde 'bovenstad'. Hier kunnen we de camper even langs de weg parkeren, om alvast het mooie uitzicht op foto en film vast te leggen. Er zitten hier wat Japanse 'toeristen'?? die bezig zijn het uitzicht in potlood te schetsen. heel mooi en natuurlijk vooral knap.

 

 

Daarna rijden we door naar de goed bewegwijzerde parkeerplaats bij het kasteel. Je kunt hier met een soort kabelbaan naar beneden, als alternatief voor het slingerend voetpad. Dat laatste zou op zich niet zo erg zijn, maar je moet ook nog weer een keer naar boven. We kiezen dus voor de ''Peripherique' en zoeven in 3 minuten zo'n 70 meter omlaag. We lopen nu een klein stukje naar de kerk, de kapel eigenlijk die bij de vesting hoorde, en in de rotsen is 'ingebouwd'. 

 

Het dorpje zelf is een plaatje om te zien. Je moet om er te komen wel flink wat treden af -er is ook maar één weg terug, dus weer met treden- maar er zijn heel leuke winkeltjes. We worden al meteen uitgenodigd door de chef om naar zijn 20 kilo zware brood te komen kijken.

We laten het pelgrimsoord weer achter ons en gaan naar wat omschreven wordt als een van de mooiste dorpen van Frankrijk: Autoire.

 

Het is tegen een helling aangebouwd en ligt temidden van de wijngaarden.

 

Om er te komen volgen we de D673, die naar het noordoosten leidt.

 

In onze info vooraf hebben we gelezen dat er vanaf het kerkje een pad naar een waterval leidt en die willen we gaan bekijken.

 

Weliswaar kort, net iets meer dan 30 kilometer, maar wederom een heel mooi stukje Frankrijk. Wat dat betreft genieten we elke kilometer en de laatste dagen hebben we ook het weer erg mee. Bij Autoire zetten we de bus even aan de kant en lopen dan het dorp door: niet groot, met naar verluidt iets meer dan 340 inwoners, maar wij vinden het een van die typisch Franse dorpen die inderdaad niet ten prooi zijn gevallen aan de vooruitgang, maar hier al eeuwen mooi ligt te zijn.

 

Helaas gaat het bezoekje aan de waterval niet lukken: blijkbaar hebben we het verkeerde pad genomen, want het enige dat we vaag tussen de bomen door zien is de voet van de val...

Als we teruglopen naar de buzz, krijgen we de kans nog een ander stukje natuur op de plaat vast te leggen: een blauwtje (hebben we zelf gelopen naar de waterval ;-))

 

Van het dorp zelf houden we echter een schitterend mooi, haast verstild beeld over. We zijn in ieder geval blij dat we hier even hebben rondgekeken. Wat te denken bijvoorbeeld van onderstaand beeld...

 

Niet zo heel veel verder ligt alweer ons volgende doel 'Loubressac'. We krijgen haast de kans niet om kilometers te maken, zo mooi is hier deze regio. Het is maar een klein weggetje dat van Autoire naar Loubressac voert en we verwachten dat we straks flink moeten klimmen. Loubressac ligt namelijk op een berg,

Blijkbaar is de weg nogal stilletjes omhoog gegaan, want wij hebben van die stijging weinig last. Het resultaat is er niet minder om: ook dit is een mooi dorp.

Juist als we achter het stadhuis langslopen, zien we een bruidspaar de trap afkomen, dus we leggen dit plaatjes samen met de officiële fotograf even vast.

 

Het wordt onderhand weer tijd op een slaapplek voor onze buzz te vinden. In de ACSI-gids hebben we ''Les Granges'' gevonden, een camping aan de rivier de Dordogne.

 

 

Overigens blijkt dat we van de rivier zelf niet zo veel te zien krijgen, maar dat komt ook omdat het hier nogal groot(s) is. Beetje een terrassencamping. We vergeten foto's te maken en achteraf blijkt dus dat we ons van deze stek niet zo heel veel meer kunnen herinneren.

's Avonds gaat de zon mooi rood ten onder, maar het lukt niet echt daar een goede foto van te maken.

Ik bel ook nog even naar moeder in Den Hhaag, want die is natuurlijk al weer heel benieuwd wanneer we terugkomen. We zitten nu in de vijfde week en je merkt aan haar reactie dat ze dit toch wel erg lang vindt duren.

Zondag 8 juni      gereden 144 km

Slingerend langs de Dordogne rijden we:
van Vayrac naar
Bergerac.

We hadden gehoopt dat de zondag zijn naam vandaag helemaal zou gaan waarmaken, maar als we de ogen om half acht openen, regent het. Van schrik vallen we weer in slaap en is het half negen bij de tweede poging.

Vandaag gaan we de rivier de Dordogne volgen, nu eens wat dichter bij en dan weer verder af.

Voor het ontbijt en de koffie zijn weggewerkt, is het kwart over tien geworden. We zijn netjes: de lege flessen nemen we mee naar de plek buiten de camping waar de containers staan. We kunnen ons echter wel een beetje indenken dat velen dit gewoon te ver lopen vinden en dus maar alle afval bij het bordje 'etensresten' naast het toiletgebouw zetten. Het was toch al een camping 'met de Franse slag': niet echt verzorgd, niet schoon, geen licht bij de wasbakken... je vraagt je af hoe ze aan drie sterren komen.

We rijden weer even terug richting centrum van Vayrac en volgen dan de D803 naar Martel. Dat is al meteen een mooi stukje. De weg slingert hier nogal en heeft een paar mooie uitzichtplekjes.

 

 

 

 

Bij Souillac is het eerst de D804 en daarna wordt het de D703: we snappen nog steeds niks van de Franse logica, maar in ieder geval komen we waar e zijn willen. We rijden door richting Sarlat, maar moeten gaan opletten: we willen een bezoekje brengen aan de 'vorstelijke' bastide Domme, maar eerst komen we bij Montfort. Klinkt heel Hollands, maar dit is toch echt een Franse vesting. We zetten de camper op een parkeerterrein net naast het centrum(pje) en proberen dan wat plaatjes te schieten van het kasteeltje. Dat valt niet mee: je kunt er niet dichtbij komen. De route gaat nu via de D703 en vlak voor Domme gaan we flink de hoogte in: het vestingstadje is op een flinke rots gebouwd. De maximum-hoogte van de twee poorten die we gaan passeren is 3m10 en dat halen we dus. De breedte laat trouwens ook te wensen over: meer dan 2.70m krijgen we niet. Via een smal straatje -let op de voetgangers- stijgen we stevig naar het centrum.

De eerste parkeerplaats staat vol, maar even doorrijden en dan vinden we op de tweede plek -nota bene middenin het dorp- wel een plaatsje. Ook op zondag gewoon betaald parkeren, maar de automaat geeft de 1€20 weer terug. We gaan dus maar aan de wandel en nemen het mooie uitzicht op de foto vanaf de 'Esplanade'. We komen nu terug langs de auto en zien dat een andere 'pakeerder' wel een bonnetje krijgt. Dan maar met een euro proberen en jawel: wij staan ook betaald.

Met een gerust hart lopen we het centrum door, afwisselend stevig dalend dan wel stijgend, want zo goed als alle straatjes liggen hellend.

 

Het is een leuk stadje om eens te bezoeken en we hebben dan ook zeker geen spijt van dit 'omweggetje'. We gaan terug naar benden, om de D703 verder te volgen. Zoals we al gelezen hadden: dit stuk langs de Dordogne biedt om de haverklap uitzicht op weer een kasteeltje, vaak tegen de rotswand aangeplakt of er hoog bovenuit torenend.

We moeten dus herhaaldelijk op zoek naar een goed plekje om even een foto te schieten, zonder het overige verkeer al teveel te hinderen. Vooral bij Laroque-Gageac en Vezenac, als bij Beynac en Cazenac zien we een paar mooie exemplaren staan. Al met al zijn we toch aardig door de tijd van vandaag heen -we willen ook niet al te laat op de camping aankomen- dus besluiten we de stadswandeling in Bergerac -dat willen we niet missen- uit te stellen tot morgen.

Weliswaar is er geen Acsi-camping in de buurt, maar we zullen ongetwijfeld een alternatief vinden. Dat lijkt bij St. Caprise-Lalinde te lukken: er staat een bordje: nog 2000 mtr. Opletten dus, maar daarna zien we niks meer. We besluiten nog even een alternatieve route ten zuiden van de rivier te volgen, maar ook daar geen succes. Als we echter nog maar nauwelijks Bergerac binnenrijden, wordt La Pelouse, de gemeentelijke camping al aangegeven.

Snel gevonden, maar de slagboom blijft ons de weg versperren: de beheerder loopt ergens op het terrein. Maar waar? Twee keer toeteren doet wonderen: de boom gaat open, we rijden -met nog twee anderen- een stukje door en dan komt de beheerder aanlopen.

Rechts op het terrein een plaatsje zoeken graag, want links is veel te nat en daar kan de rivier erg snel stijgen. We zitten namelijk wederom aan de oever van de Dordogne.

Een geschikt plekje is snel gevonden en in de loop van de avond krijgen we naast ons gezelschap van nog twee Trafics: een korte, maar wel hoog opgebouwde en eentje met de standaard-afmetingen (maar die is dan ook in zijn eentje op stap).

Ook het uitzicht is hier erg mooi: je zit direct aan de rivier en kunt aan de overkant Bergerac zien liggen.

Maandag 9 juni      gereden 79km

Na het stadsbezoek rijden we:
van
Bergerac naar St. Antoine-d'Auberoche.

Het voordeel van deze gemeentecamping is zijn ligging vlakbij het centrum. Als we dus vertrekken, hoeven we maar een paar straten door, dan de Vieux Pont oversteken om de andere kant van de Dordogne te bereiken en meteen rechts langs de kade te parkeren. We staan dan al bij in de Vieille Ville.

Bij het bureau van de camping hebben we al een stadswandeling gekregen en die begint meteen aan de andere kant van de oude brug: daar waar de baggerschuiten vertrekken (Les Gabares). In plaats van modder vervoeren die nu de toeristen die de stad en haar omgeving een uurtje vanaf de waterkant willen bekijken.

Wij kiezen voor een ontdekkingstocht te voet. Het eerste straatje -de Rue des Rois de France- voert al meteen fel omhoog, maar is voor auto's niet breed genoeg. Opvallend in Bergerac is de bouwwijze: de begane grond is smaller dan de eerste verdieping: daar zijn erkers gebouwd. De muren zijn doorgaans bepleisterd  met een mengsel van metselspecie en stro, maar soms opgemetseld met kleine bakstenen. Het vakwerk is in veel gebouwen nog duidelijk zichtbaar.

 

Het is vandaag maandag, dus we kunnen helaas geen kijkje nemen in het Nationaal Tabaks-museum. Wie we wel zien is Cyrano de Bergerac. Die staat pontificaal op het pleintje voor de St. Jacobskerk, de Place des Pellisiers. Hier verkochten vroeger de pelshandelaren hun bont en deden de vrouwen de was in de -nog bestaande- ronde fontein. 

Als we doorwandelen, komen we bij de Eglise Notre Dame, waar volgens opgave binnen mooie schilderijen hangen. Helaas: de kerk is onder restauratie en volledig met hekken afgezet. Dus wandelen we terug naar de oude stad, waar we bij de St. Jacobskerk ook al niet veel succes hebben. Of het ligt aan de maandag, of aan het tijdstip: ook deze is dicht. Dan maar om de kerk heen, langs het wijn- en binnenvaartmuseum naar nog een paar oude straatjes. We steken even op voor een kop koffie, vooraleer we wee naar de auto teruglopen.

De route naar Perigueux is nu makkelijk te vinden: we zitten al aan de goede kant van de rivier, dus we hoeven alleen nog maar zo'n vijftig kilometer noordwaarts, via de N21. Dat rijdt lekker door en even voor half twee zitten we aan de rand van de stad. We nemen een afslag naar een klein dorpje, omdat we nu eerst wat willen eten. Het eerste plekje dat we vinden zit volop in de brandende zon. Dat moet beter kunnen. Bij de volgende rotonde houden we ''Artrhur'' ?? aan en dan komen we al snel in een met bomen omgeven route.

Even goed opletten bij het keren, want het si allemaal erg nat, maar dan staan we toch mooi in de schaduw, bij het begin van een bospad. Hier komen de kaasjes weer tevoorschijn en genieten we van de lunch-op-z'n-Frans.

Cyrano de Bergerac

 

We hebben besloten vanmiddag niet in Perigueux te gaan stadten, maar meteen door te gaan naar de camping om van het mooie weer te genieten.
Terug naar de route waar we vandaan kwamen blijkt meer opletten: de afslag naar de A89 die we een klein stukje moeten nemen, lag al wat terug, dus daar moeten we eerst heen. Dan -denken we- zo'n vijf kilometer snelweg: het blijken er negen te zijn tot de eerstvolgende afslag: richting Brie, maar dan via de N89 die inmiddels is omgedoopt tot N6089.Vijf kilometer voorbij St. Pierre linksaf -doen we natuurlijk- en dan richting St. Antoine. 

Het laatste stukje gaat makkelijk: je komt onder de spoorbaan door (hoogte 3m10; daar was niet voor gewaarschuwd) en dan sta je meteen op camping  ''de la Pelonie'' (ACSI nr. 726) die omschreven staat als '...een erg verzorgde, kleinschalige familiecamping.' Dat klopt: Het ziet er goed uit, hoewel het gras erg hoog staat. Dat heeft niet te maken met slecht onderhoud, maar met het niet kunnen maaien door de hevige regen die ook hier heeft huisgehouden. Na de hartelijke ontvangst worden we dan ook verzocht de camper op het gravelpaadje bij plek 15 te zetten. Ook de meeste caravans staan hier nu op de paden.

We moeten iets naar achteren, want het snoer blijkt net een meter te kort, dus staan we nu met de achtersteven precies op de rand van een bocht. Gelukkig komen er die dag geen nieuwe caravans meer langs: die blijven allemaal vóór ons, ook weer op het pad. De eigenaar rijdt druk heen en weer met nieuwe gravel om de paden te verharden -in 'onze bocht' is ook een pakket bijgegooid om caravans er beter doorheen te krijgen- en daarna begint hij met weer een ander machien de opgehoogde stukken oplat te rollen. Net als je denkt: nu krijgen we rust, pakt hij de grasmaaier, omdat er eindelijk sinds bijna drie weken weer kan worden gemaaid. Helaas gaat dat door tot ruim over zes, dus veel rust krijgen we niet. Wel zon: de rest van de middag kunnen we bijkleuren.

We hebben een alleraardigst gesprek met de buren, uiteraard over het weer, de vele regen vooral -tot drie dagen geleden stond het pad waar zij nu staan onder water- en natuurlijk ook over vakantie en alledaagse dingen.
Tegen half zeven begint het in de verte wat te rommelen. ook bij ons vallen een paar dikke druppels, maar daar blijft het bij.
Tot het om acht uur ineens dichttrekt, het gerommel steviger wordt, de bliksem de hemel verlicht en jawel: een stevige onweersbui. Koud is het geenszins: we blijven in hemd/korte mouw zitten en korte broek.

De rest van de avond blijft het druipen en druppen, maar allengs wordt het na half tien toch wat minder.  

 

vervolg week 5